Alles past volmaakt ineen.
Voeten drukken op de aarde,
gaan over het warme steen
dat voor hen de zon bewaarde.
Door het lopen word ik moe
dus druk ik mijn ogen toe
en ga liggen op de grond
met een hand onder mijn mond
en de hemel, licht en grijs,
is een zucht van't paradijs.
Volle bomen, donkergroen,
dragen aan de rijkdom bij
waarvoor ik niets hoef te doen
nu ik op ga in de klei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten