Grenzen zijn er steeds genoeg:
aan de golfjes langs de boeg,
bij het sluiten van de kroeg
of aan het eind van mijn gezwoeg.
Zij perken altijd wel iets in:
een minaret of een gezin,
een opgevouwen bord van tin
of het kuiltje in een kin.
Al die grenzen zie ik goed
hoewel ik dat van niemand moet.
Wellicht zit dit mij in het bloed.
Zo onderscheid ik zuur van zoet.
Ik heb het zelfs niet eens gewenst
want dit zien is onbegrensd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten