Er is maar een ding tegelijk
dat ik kan doen of denken.
Zo neemt armoe direct de wijk
zodra ik iets wil schenken
of corrumpeert het koninkrijk
wanneer de heersers krenken.
Ik geef van mijn twijfel blijk
als ik begin te zwenken
en begeef me in het slijk
van machteloze wenken.
Zo gaat het door, de hele tijd.
Ik neem mijn toevlucht tot de strijd
of val weer terug in haat en nijd
uit angst voor wat meer tederheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten