vrijdag 8 juli 2011

Solipsist.

De hemel is mijn schedel.
Wat laag is of wat edel
is evenzeer mijn geest.
Al wat ik geef of bedel
is deel van mij geweest.
Ook de ontvanger ben ik zelf.
De ruimte die de sterren tart
is van mijn hart gewelf
en zowel zacht als hard
zijn gradaties van relaties
tussen mij en mij.
Grenzen, zeeën, naties
zijn soevereine staties
van mijn wezen, vrij en blij.

Ben ik hierdoor niet eenzaam
en bovendien een egoist?
Toch niet want uitgewist
vloei ik tesaam
met nevels en planeten:
zon en maan zijn mij,
aan elke grens voorbij,
en zo is "ik" versleten.

Wat rest zijn nu de dingen
en de stromende gedachten
die zichzelf bezingen
en niets meer verwachten:
de wentelende hemelkringen
en de wijde nachten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten