Zelfs de hardste diamant
heeft een vlakke gladde kant
die mij zegt: hij is gespleten.
Door zijn vorm kan ik dat weten.
Maar als ik de ruimte neem
is daarin geen spoor of zweem
van wat ik zou kunnen splijten
of in flarden kunnen rijten.
Zij is louter openheid,
zonder kern, structuur of strijd,
zonder plan en strategie,
waarin ik geen opzet zie.
Waarom ben ik voor haar bang?
Zij omgeeft mij levenslang.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten