Elke bloem gaat 's ochtends open
en in't avonduur weer dicht.
Als ik weg wil ga ik lopen
maar sta stil bij te veel jicht.
Buiten-, nu, of binnengaats
vindt dit in de ruimte plaats.
Zelf heeft die geen stand of rand,
binnen- noch een buitenkant
en zij kan zich nimmer sluiten,
is door geen beton te stuiten.
Telkens deel ik haar weer in,
naar mijn smaak en naar mijn zin,
maar zij zelf blijft daarvan vrij.
Zij is dan ook niet van mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten